Over hoeveel macht negatieve gedachten over je kunnen hebben en
hoeveel kracht het kan geven wanneer het lukt om ze om te buigen.
‘Tijdens mijn behandeling in de GGZ heb ik onder andere Cognitieve Gedragstherapie (CGT) gevolgd. De behandelaar die mij deze therapie gaf beweerde dat aan alle emoties een gedachte vooraf gaat. Soms zo vluchtig dat je het zelf niet eens doorhebt. Ik stond hier in eerste instantie vrij sceptisch tegenover. Dit omdat mijn emoties mij juist vaak overvallen zonder dat ik snap waar ze precies vandaan kwamen. Mijn brein gaat dus aan het werk nádat mijn gevoel al heeft gesproken. Maar is dat wel zo? Naarmate de therapie vorderde werd ik daar iets minder van overtuigd. Wanneer we specifieke gebeurtenissen uitplozen en in kaart gingen brengen bleek dat er toch regelmatig sprake was van een bepaalde overtuiging of gedachte die vooraf ging aan de emotie. Deze was dan zo automatisch door mijn hoofd heen geschoten dat ik hem zelf niet eens bewust had opgemerkt. Een soort ‘shortcut’ of ‘snelweg’ in mijn brein.
Nu, nadat ik de therapie al een tijdje geleden heb afgerond, denk ik hier nog steeds regelmatig aan terug. Ik merk dat ik het enorm interessant vind hoeveel invloed ons brein kan uitoefenen op ons welzijn. Hoe wat je denkt bepalend kan zijn voor het gevoel dat je erbij ervaart.
Het idee om hier iets over te schrijven is ontstaan toen ik laatst onder de douche stond (zoveel ideeën ontstaan bij mij op de een of andere manier onder de douche). Ik ben gewend om koud af te spoelen. Eigenlijk vind ik dit vreselijk, maar het schijnt gezond te zijn dus doe ik het. Ik betrapte mezelf erop dat ik tijdens het koud afspoelen de gedachte: ‘Blegh koudd!’ aan het herhalen was in mijn hoofd. En het was ook koud. Steenkoud. Ik kwam op het idee om de theorie te testen en mijn brein op andere gedachten te sturen. In plaats van: ‘Blegh koudd!’ dacht ik nu: ‘Het is koud, maar ik kan dit prima aan.’ En wat denk je? Ik ervoer het water daadwerkelijk als minder koud!
Gedachten kunnen ervoor zorgen dat je een gevoel van machteloosheid ervaart, maar je kunt blijkbaar leren ze zo in te zetten dat ze je helpen om in je kracht te komen. Ik ben sindsdien wat meer alert op mijn denkwijze en heb opgemerkt dat ik standaard een wat meer negatieve denker ben. Aardje van het beestje of ervaringen uit het verleden? Geen idee, maar het is zo. De snelweg die in mijn hoofd is aangelegd uit zich vaker in het negatieve dan in het positieve.
Een ander voorbeeld is dat ik na mijn zwangerschapsverlof moeite had om mijn zoontje achter te laten bij de oppas. Want: ‘Dan moet hij de hele dag zonder zijn papa en mama zijn!’ Dat is feitelijk gezien waar, maar zorgt er bij mij voor dat ik gevoelsmatig veel moeite heb om hem achter te laten. Als ik deze gedachte omzet in: ‘Hij blijft vandaag gezellig bij zijn tante!’ heb ik ineens veel minder moeite om naar mijn werk te gaan.
Wat je denkt kan dus enorm veel invloed op hebben op hoe je iets ervaart. Het vergt wat oefening, maar als je bewust bent van je gedachtenpatronen kun je daar dus zelf iets in gaan sturen.
Fascinerend toch?’
Geschreven door Ingrid Neelis – Ervaringsdeskundige GGZ
‘Dit weekend bedacht ik om donderdag naar het dorp te gaan en alvast wat rond te kijken voor Sinterklaas. Bewust donderdagochtend, want dan is het wat rustiger in de winkels. De jongens zijn naar school, mijn man is naar het werk en dus heb ik vrijheid. Maar nee, toch niet. De avond ervoor appt mijn zwager dat hij ‘s ochtends even hout wil komen brengen dat hij geleend heeft. Ik zeg tegen mijn man dat dit niet kan omdat ik het plan heb om een paar winkels te bezoeken. Hij snapt mijn strijd wel en appt zijn broer dat ik niet thuis ben en dat hij het hout in onze carport kan leggen. Probleem opgelost zou je denken. Toch niet. De hele ochtend pieker ik over het tijdstip waarop ik naar het dorp ga, zodat ik mijn zwager niet ontmoet. Mijn zwager is aardig hoor, maar hij is in deze situatie iemand die mijn plannen in de war brengt.
Op het moment dat ik wil vertrekken, zie ik op whatsapp dat mijn zoon vraagt of ik een stage-document naar school kan brengen; moet hij die dag inleveren. Ik had die een week geleden al in zijn tas gestopt, maar hij heeft het blijkbaar toch weer uit zijn tas gehaald. ‘Ok’, app ik. Snel zoeken op zijn kamer en ik vind gelukkig het document. Snel vertrekken van huis en onderweg vraag ik me af of ik de achterdeur wel op slot heb gedaan. Hmmm. Bij school is er geen parkeerplek, dus ik stop maar even op de bushalte strook. Nu maar hopen dat mijn zoon snel naar buiten komt voordat de bus er is; fout parkeren, voelt slecht.
Ok, dan eindelijk mijn plan uitvoeren: in een paar winkels vrijblijvend rondkijken, zonder moeten. Eerst naar parfumerie ‘Die Grenze’. Ik kijk op mijn gemak rond en heb af en toe last van mensen die dicht langs me heen gaan. Ben ik net rustig herengeurtjes aan het bekijken, kris krast er een verkoopster door mijn denkbeeld heen die toevallig een mandje moet pakken naast mij. Irritant. Ik kan niet meer kiezen tussen Axe, Esprit en van Gils en gooi alle drie in het mandje en reken snel af bij de kassa.
Dan naar de Action; ik weet nog niet precies wat ik hier zoek. Ik heb een idee in mijn hoofd en dan sta ik voor de schappen te puzzelen met duizend-en-een keuzes. Als ik twijfel, koop ik het niet. Ik had me voorgenomen hier kerst kopjes te kopen voor mijn schoonzus. Nu slaat de twijfel toe en weet ik eigenlijk niet meer of dit wel een leuk sinterklaas cadeau is. Ook hier loopt een oudere man rond die mij wel tig keer passeert. Het lijkt alsof hij de hele tijd achter me aan sloft en in mijn zone is. Hij is zoekende, begrijp ik later. Maar jee, hier word ik helemaal kriebelig van, overspoelt door prikkels.
Van de Action naar de Kruidvat. Ik merk dat ik al te moe ben om nog ‘leuk’ rond te kijken. Hier loopt een oudere mevrouw mij elke keer voor de voeten. Ze blokkeert de doorgang, waardoor ik steeds omdraai en een ander gangpad kies. Onverrichte zaken ga ik hier weg. Nog even naar de Bruna een zakagenda kopen voor mijn moeder, die staat op haar wensenlijstje dus gaat dit me lukken. Ik koekeloer nog wat bij de tijdschriften als eventueel cadeau voor mijn schoonzus, maar ik ben op. Ik moet weg, naar huis.
Ik loop naar de parkeergarage, start de auto en zoek mijn parkeerkaartje. Bij het uitrijden druk ik op een knop maar de uitrijpaal gaat niet open. Ik kijk nog eens naar de knop en realiseer me dan dat ik het parkeerkaartje moet invoeren i.p.v. op een knop te drukken. Thuis ben ik op; slechts 4 winkels bekeken en de medicijnen bij de apotheek vergeten op te halen. Maar hé, ik heb wel een paar kadootjes gevonden.
Thuis ga ik eerst eten, dan met ons hondje lopen en dan met de was aan de
slag. Nog wat kleding opvouwen en strijken want mijn man gaat morgen naar
Bangladesh. Hier ben ik dan twee uur mee bezig en ondertussen kijk ik een film.
Dan zorgen dat het avondeten op tijd klaar is. Ik weet nog niet wat we gaan
eten en mijn puberzoon vraagt al: ‘Wat gaan we eten?’. Ok, nu moet ik hier dus
wel over na denken. Ik zit op de wip want we moeten tussen 19.00 en 19.30 uur naar
een condoleance. Volgens mij had mijn man gezegd dat hij zou proberen eerder
thuis te zijn dan normaal om 18.30 uur. ‘Wanneer moet ik het eten klaar hebben?’,
pieker ik. Ik gok op 18.00 uur. Mijn man komt uiteindelijk 18.25 uur thuis. Ik
ben al in de stress. Ik vraag me af of ik hem nu gelijk hiermee moet
confronteren maar nee, dit is niet het moment. Ik wil niet zo uit elkaar als
hij morgen naar Bangladesh gaat. Aan tafel ben ik neutraal, maar eigenlijk ben ik
me aan het herpakken om niet boos te zijn. Ik ben stil. Ik ga rijden, want ik
wil de tijd controleren. Onder het rijden bedenk ik me dat ik altijd last heb
gehad van tijdsdruk. Te laat komen of overhaast weg moeten als gevolg van een
ander zijn planning geeft stress.
Onderweg praten we weer bij in de auto. Het blijkt dat hij tegen mij gezegd
heeft dat hij zou proberen eerder van het werk weg te gaan en na de condoleance
zou gaan eten. Ik kan me dit niet meer herinneren.
Op de heenweg zegt mijn man dat hij eigenlijk nog weekboodschappen had willen doen voordat hij een week weg is, maar dat dit door de drukte niet gelukt is. Ja, de supermarkt dat is een probleem. Afspraak is dat hij altijd de weekboodschappen doet. De supermarkt is voor mij namelijk een crime; zoveel producten, zoveel keuzes, zoveel getallen op de verpakking en veel mensen die me overprikkelen. Dan nog me afvragen of ik alles wel gescand heb en bij het afrekenen goed opletten dat ik de juiste pincode invoer. Of ik ook nog spaarzegels wil? … Ik denk dat ik mijn zoon meevraag. Hij scant dan de producten en gooit ook net wat meer lekkers in de winkelkar dan nodig is, maar dat vind ik wel een goede deal.’
November 2022, geschreven door 52-jarige vrouw met ASS